Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En [53]zij, Hem ziende, werden [54]verslagen; en Zijn moeder zeide tot Hem: Kind! waarom hebt Gij ons zo gedaan? Zie, [55]Uw vader en ik hebben U met [56]angst gezocht. 53. Namelijk Jozef en Maria. 54. Namelijk omdat zij zagen dat Hij, nog een kind zijnde, zich onderstaan had met zulke grote leraars te spreken en te handelen. 55. Namelijk Jozef. Zo spreekt Maria naar de mening der Joden, hfdst.3 vs.23, of omdat men ook een behuwdvader met den naam van vader placht te noemen. 56. Grieks beangst, of benauwd zijnde.